Tijdens werkzaamheden kan het voorkomen dat politie, brandweer of ambulance door het werkvak moet rijden om ergens anders te komen. Dit kan onverwachte en gevaarlijke situaties opleveren. Het is belangrijk dat iedereen weet wat de risico’s zijn en hoe je moet handelen.

Hulpdiensten in het werkvak kunnen risico's opleveren, zoals:

• Een hulpdienst rijdt onverwachts het werkvak binnen.
• Er ontstaat aanrijdgevaar door de snelheid of rijlijn van de hulpdienst.
• Medewerkers of verkeersregelaars schrikken en reageren verkeerd.
• Er is te weinig ruimte voor doorgang, waardoor gevaarlijke manoeuvres nodig zijn.
• Materieel, werkvoertuigen of afzettingen kunnen worden geraakt of beschadigd.
• Een hulpdienst wordt vertraagd, met mogelijk ernstige gevolgen voor slachtoffers buiten het werkvak.

Om de risico's te beperken:

• Zorg dat er vooraf afspraken zijn gemaakt met hulpdiensten over de bereikbaarheid van het werkvak.
• Houd in de verkeersmaatregelen rekening met een calamiteitenroute.
• Zorg dat doorgang altijd vrij blijft en breed genoeg is.
• Volg de aanwijzingen van toezichthouder of verkeersregelaar bij nadering van hulpdiensten.
• Blijf alert op zwaailicht en sirene en ga direct veilig aan de kant.
• Verplaats jezelf naar een veilige plek en blokkeer de doorgang nooit.

• Waar liggen bij dit werkvak de grootste knelpunten als er een hulpdienst door moet?
• Zijn onze afspraken met de verkeersregelaars en toezichthouder duidelijk genoeg?
• Hoe merken je dat een hulpdienst het werkvak nadert?
• Weten we wie verantwoordelijk is voor het vrijmaken van de doorgang?

• Raadpleeg het werkplan en verkeersmaatregelen voor calamiteitenroutes.
• Vraag bij twijfel altijd de toezichthouder om instructie.
• Houd toolboxen en werkinstructies actueel en deel praktijkervaringen met collega’s.